Dat een faillissement van een bedrijf grote gevolgen heeft voor een bestuurder is duidelijk. Toch blijkt in praktijk dat een bestuurder helaas niet altijd goed op de hoogte is van (de omvang) van alle gevolgen. Daarom leek het ons een goed idee om in een blogreeks extra aandacht te besteden aan de verschillende gevolgen van een faillissement van een bedrijf; zowel tijdens als nadat het faillissement is afgewikkeld.
In deze blog zal ik de blogreeks aftrappen met een opsomming van de relevante gevolgen van een faillissement tijdens het faillissement.
Handelen via en met de curator
Vanaf datum faillissement, dus teruggerekend vanaf 00:00 uur op die dag, mag je als bestuurder van een failliete onderneming geen rechtshandelingen meer namens of voor de onderneming verrichten. Ook mag er geen activa worden verkocht of bezwaard (met een recht van hypotheek bijvoorbeeld).
Als je dat wel doet, dan is het failliete bedrijf in principe niet gebonden aan deze overeenkomsten tenzij het juist gunstig zou zijn voor de boedel. Denk bijvoorbeeld aan het geval je als bestuurder nog een deal kan bereiken waardoor de boedel een gunstig bedrag toekomt.
De feitelijke macht over het bedrijf ligt vanaf datum faillissement volledig bij de curator. Zijn taak is het beheren van de boedel en het zoveel mogelijk liquideren van alle activa voor de gezamenlijke schuldeisers. Als bestuurder sta je dus eigenlijk buitenspel maar heb je wel veel te maken met de curator. Omdat dit proces nog voor de nodige spanningen kan zorgen hebben wij in aparte blogs over de verhouding met de curator geschreven. Lees hier bijvoorbeeld meer over wat van jou als bestuurder door de curator tijdens het faillissement verwacht wordt.
Fixatiebeginsel
Het faillissement bevriest/fixeert de gehele toestand van het failliete bedrijf. Dit beginsel is leidend in het faillissementsrecht en komt bij elke stap in het proces terug. Denk bijvoorbeeld aan het geval dat je om 10:00 uur nog een betaling verricht maar het faillissement om 13:00 uur op dezelfde dag is uitgesproken. Omdat het faillissement vanaf 0:00 uur op die dag geldt, kan de curator met een beroep op het fixatiebeginsel de betaling terugvorderen.
Ook gooit dit beginsel roet in het eten bij een eventueel verkoop van activa. Als bijvoorbeeld voor datum faillissement wel al betaald is/ een koopovereenkomst is getekend maar nog niet is geleverd, mag volgens de faillissementswet de levering ná faillissement niet meer plaatsvinden. De koper vist dan achter het net, aangezien de curator zal aangeven dat hij pas wil leveren als de boedel nog een vergoeding toekomt. Aangezien de levering nog niet heeft plaatsgevonden blijft het goed eigendom van de failliete onderneming en mag de curator het dus ook aan een andere partij nog verkopen.
Een belangrijke uitzondering op deze fixatieregel geldt voor de zogenoemde ‘separatisten’. Dit zijn pand- of hypotheekrechthouders. Zij mogen als schuldeisers optreden alsof er geen faillissement geldt. Dit betekent dat zij hun rechten buiten de boedel om mogen uitoefenen om de goederen waar hun rechten op rusten te verkopen. In praktijk meldt een pand-/hypotheekhouder zich al snel bij de curator om tot een deal te komen. Omdat de medewerking van de curator wel vaak praktisch nodig is om de goederen te kunnen verkopen, vragen sommige curatoren een boedelbijdrage hiervoor.
Als een separatist zich niet meldt, heeft de curator ook zelf de mogelijkheid de separatist te benaderen en hem een termijn te stellen om het goed te verkopen. Als er niet binnen deze termijn wordt verkocht, mag de curator de goederen zelf verkopen en de opbrengst in de boedel trekken.
Vervallen beslagen
Het faillissement wordt gezien als een algeheel beslag op het vermogen van het failliete bedrijf. Hierdoor vervallen alle eerder gelegde beslagen en worden executies die nog lopen gestaakt. In bepaalde gevallen kan de curator een lopende executie wel overnemen. Dit zal de curator per geval beoordelen.
Het feit dat alle beslagen vervallen, kan voor de beslagleggers erg vervelend zijn. Als je voor het faillissement beslag hebt gelegd, wil namelijk niet zeggen dat je na het faillissement voorrang krijg als schuldeiser. Als je geen ander zekerheidsrecht hebt (zoals bijvoorbeeld een recht van hypotheek) ben je dus ‘gewoon’ concurrent schuldeiser en is de kans groot dat je vordering niet (geheel) uit de boedel kan worden voldaan.
Hierover overleggen?
Wil je meer weten over dit onderwerp, neem dan gerust contact met mij op. Ik ben te bereiken op het nummer 085 – 303 64 29 of mail naar aida@LEANlawyers.nl