Het zal je maar gebeuren; je organiseert voor je werknemers een bedrijfsuitje en een van de werknemers loopt hierbij letsel op. Dat is vooral heel erg vervelend voor de werknemer, maar ben je als werkgever aansprakelijk voor de door de werknemer als gevolg van het ongeval geleden schade? In deze blog zal uiteengezet gezet worden welke factoren een rol spelen bij het beantwoorden van deze vraag.
Werkgeversaansprakelijkheid
Op grond van de wet – artikel 7:658 BW – ben je als werkgever verplicht om te zorgen voor de veiligheid van de werkomgeving van je werknemer. Je moet als werkgever de werkzaamheden zo organiseren dat je werknemer beschermd is tegen de veiligheidsrisico’s die aan zijn arbeid zijn verbonden.
Als een ongeval plaatsvindt tijdens een door jou als werkgever georganiseerde (ontspannende) activiteit kan dit leiden tot aansprakelijkheid op grond van het hiervoor genoemde wetsartikel. Vereist is dan dat tussen de activiteit(en) en de werkzaamheden van je werknemer een voldoende nauw verband bestaat.
Of hieraan is voldaan hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. Wordt een uitje bijvoorbeeld georganiseerd in het kader van teambuilding, dan zal eerder geconcludeerd worden dat het voornoemde wetsartikel van toepassing is. Het uitje heeft immers een toegevoegde waarde voor het bedrijf zelf. Een ander belangrijk element is ook de vraag of deelname (min of meer) verplicht is.
Goed werkgeverschap
Als blijkt dat de schade niet geleden is in de uitoefening van de werkzaamheden – omdat er bijvoorbeeld géén sprake is van nauwe verbondenheid met de reguliere werkzaamheden – kan een beroep worden gedaan op artikel 7:611 BW. Uit dit artikel volgt dat de werkgever en de werknemer verplicht zijn zich als een goed werkgever en een goed werknemer te gedragen, het zogenaamde ‘goed werkgeverschap’. Als de schade van je werknemer (mede) ontstaan is omdat je je als werkgever niet overeenkomstig voornoemd artikel hebt gedragen als een goed werkgever, dan kan aansprakelijkheid op dat artikel worden gebaseerd.
Illustratief hierbij is het ‘rollerskate’- arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2009:BH1996), waarbij de werkgever circa eenmaal per kwartaal – na werktijd – een ontspanningsactiviteit voor haar medewerkers organiseerde. De activiteit werd op voorstel van de personeelsleden georganiseerd en de plannen hiervoor werden vooraf ter goedkeuring aan de directie voorgelegd. Voor de personeelsleden die niet bij de organisatie betrokken waren was de aard van de activiteit een verrassing.
Tegen deze achtergrond werd op een vrijdagavond een feest georganiseerd. De organisatie was door werkgever uitbesteed. Onderdeel van het feest was een workshop dansen op rollerskates. Voor deze workshop werd gebruikgemaakt van diensten van twee professionele rollerskaters. De rollerskateles vond plaats in de marmeren kantoorhal van werkgever. Nog voordat de lessen begonnen waren is werkneemster al na enkele meters op de rollerskates ten val gekomen, waarbij zij haar linker pols brak.
De Hoge Raad oordeelde met betrekking tot de vraag over de aansprakelijkheid als volgt:
“Een werkgever kan ook aansprakelijk zijn voor de schadelijke gevolgen van een aan zijn werknemer buiten de uitoefening van diens werkzaamheden overkomen ongeval, indien die schade (mede) is ontstaan doordat de werkgever, beoordeeld naar de bijzondere omstandigheden van het geval, zich niet overeenkomstig artikel 7:611 BW heeft gedragen als een goed werkgever. Daarbij geldt dat een werkgever die voor zijn personeel een activiteit organiseert of doet organiseren waaraan een bijzonder risico op schade voor de deelnemende werknemers verbonden is, uit hoofde van de eisen van goed werkgeverschap gehouden is de ter voorkoming van die schade redelijkerwijs van hem te verlangen zorg te betrachten. Er moet volgens de Hoge Raad wel een zodanige samenhang bestaan tussen de activiteit (in het kader waarvan het ongeval plaatsvindt) en de arbeidsovereenkomst.”
Conclusie
Uit het voorgaande kan geconcludeerd worden dat je als werkgever een verregaande verantwoordelijkheid hebt als het gaat om bescherming van je werknemers tegen risico’s van bedrijfsuitjes. Daarbij geldt dat hoe groter de verbondenheid van de activiteit met de werkzaamheden van de werknemer is, hoe groter de kans is dat de aansprakelijkheidsvraag beoordeeld zal worden aan de hand van artikel 7:658 BW.
Mocht dit artikel geen soelaas bieden, dan biedt artikel 7:611 BW óók bescherming aan de werknemer. Een werkgever die voor zijn werknemers een activiteit organiseert of doet organiseren waaraan een bijzonder risico op schade voor de deelnemende werknemers verbonden is – bijvoorbeeld rolschaatsen op een marmeren vloer -, dient uit hoofde van de eisen van goed werkgeverschap ter voorkoming van die schade redelijkerwijs van hem te verlangen zorg te betrachten. Onder deze zorgplicht valt eveneens het afsluiten van een deugdelijke verzekering voor het betreffende evenement.
Sparren of overleggen?
Heeft u nog vragen over het voorgaande onderwerp óf spelen er nog andere zaken die het aansprakelijkheids- of verzekeringsrecht raken, neemt u dan gerust contact op via tim@LEAN-lawyers.nl of 085 – 303 64 29