Mag je een straatracende werknemer – in dit geval een piloot – ontslaan als hij strafrechtelijk wordt veroordeeld? Een vraag waar de rechter zich recent over moest buigen en welke uitspraak – ten onrechte – tot veel ophef heeft geleid.
Veroordeeld voor overtreding artikel 5 WvW
De piloot in kwestie scheurde op 16 maart 2016 samen met zijn vader met hoge snelheid door Loosdrecht, toen de vader met zijn Porsche en onder invloed van alcohol inreed op een 19-jarige vrouw. Het slachtoffer raakte zwaargewond en overleed later aan haar verwondingen. Eind 2017 heeft de rechtbank de piloot die achter zijn vader reed veroordeeld voor het extreem gevaarlijke rijgedrag (artikel 5 WvW). Voor deze overtreding kreeg hij een taakstraf van 100 uur opgelegd en één jaar rijontzegging. Tegen deze uitspraak heeft de piloot hoger beroep ingesteld.
Gronden voor ontbinding
Op 27 november 2017 heeft Transavia de piloot op non-actief gesteld vooruitlopend op het door haar gewenste ontslag. In de zaak waarover de kantonrechter zich heeft gebogen heeft Transavia verzocht de arbeidsovereenkomst met de piloot op zo kort mogelijke termijn te ontbinden.
De rechter kan de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werkgever slechts ontbinden als er sprake is van een redelijke grond voor ontbinding en herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing, in een andere passende functie niet mogelijk is of niet in de rede ligt. De gronden van ontbinding staan in artikel 7:671b BW in samenhang met artikel 7:669 lid 3 BW.
Wat heeft Transavia aangevoerd?
Transavia heeft haar beroep ontbinding gegrond op ernstig verwijtbaar handelen (de zogenoemde e-grond) dan wel andere omstandigheden die zodanig zijn dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren (de h-grond).
Transavia voerde daartoe kort gezegd het volgende aan:
- Het extreem gevaarzettend gedrag van de piloot in het verkeer en het overtreden van (verkeers)veiligheidsnormen is onverenigbaar met zijn functie als piloot. Volgens Transavia heeft een piloot een voorbeeldfunctie wat betreft het strikt naleven van veiligheidsnormen om de veiligheid van anderen te waarborgen.
- Transavia stelde dat een vertrouwensbreuk is ontstaan doordat de piloot in strijd met de waarheid heeft verklaard dat hij niet met extreem hoge snelheid zou hebben gereden en niet dichter achter zijn vader.
- De commerciële belangen van Transavia zijn in het geding, omdat de publieke verontwaardiging zich niet alleen op de piloot richt, maar ook op haar als werkgever.
- Transavia acht het onaanvaardbaar dat zij de piloot zou moeten inzetten op passagiersvluchten, terwijl hem de bevoegdheid tot het besturen van een simpele auto is ontzegd. Dit kan zij gewoonweg niet verkopen aan haar passagiers.
- Tot slot hebben diverse collega’s medegedeeld dat zij niet langer met de piloot willen vliegen omdat zij dit onveilig achten.
Roekeloos rijgedrag voldoende voor ontslag?
De kantonrechter stelt voorop dat de kwestie nauw samenhangt met het dodelijke ongeval dat morele verontwaardiging in de samenleving en publiciteit heeft opgeroepen. Dit moet volgens de rechter echter los staan van de toets of er voldoende feiten en omstandigheden zijn die een ontbinding van de arbeidsovereenkomst van de piloot rechtvaardigen.
De kantonrechter overweegt dat strafrechtelijke gedragingen van een werknemer een reden voor ontslag kunnen zijn indien er een duidelijke relatie bestaat tussen die gedragingen en het werk, onder meer indien het gaat om feiten die onverenigbaar zijn met de functie die de werknemer bekleedt. Volgens de kantonrechter doet deze situatie zich hier echter niet voor.
Hoewel het gedrag van de piloot in het verkeer extreem gevaarlijk was, is hij in het strafrecht niet veroordeeld voor medeschuld aan het dodelijk ongeval, maar voor het veroorzaken van een gevaar op de weg door veel te hard te rijden in een omgeving waar dit echt niet kan. Daarmee is het een overtreding en geen misdrijf. Dat is volgens de kantonrechter onvoldoende om vast te stellen dat de piloot zijn functie niet goed zou kunnen uitoefenen of dat er risico’s zijn voor de vliegveiligheid. Transavia heeft ook geen beleid waaruit blijkt dat ernstige verkeersovertredingen gevolgen kunnen hebben voor het uitoefenen van het beroep van piloot.
Wetenschap Transavia van ongeluk voor in dienstname piloot
Verder oordeelt de kantonrechter dat ook de omstandigheden van het geval geen ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigen op een van de aangevoerde gronden. De rechter hecht daarbij grote waarde aan het feit dat de piloot al als verdachte in beeld was en door de politie werd verhoord, toen Transavia hem in vaste dienst nam. De inhoud van dat verhoor was Transavia ook bekend. In het licht van de publiciteit destijds over het ongeval had Transavia volgens de rechter op dat moment al moeten twijfelen aan de juistheid van de verklaringen van de piloot. Door desondanks over te gaan tot het sluiten van een arbeidsovereenkomst, heeft Transavia de indruk gewekt dat de veroordeling geen gevolgen zou hebben voor zijn werk als piloot.
Daarnaast acht de rechter van belang dat Transavia geen aanleiding heeft gezien om nader onderzoek te doen naar de mogelijke veiligheidsrisico’s. Bovendien ontbreken concrete aanknopingspunten om een reëel veiligheidsrisico aanwezig te achten. De kantonrechter komt tot de slotsom dat er gelet op het voorgaande geen reden is om de arbeidsovereenkomst van de piloot te ontbinden, zeker nu de kans bestaat dat in hoger beroep van de strafzaak anders wordt geoordeeld.
Advies over (voorgenomen) ontslag
Wordt een werknemer strafrechtelijk vervolgd en wil je advies of je deze werknemer kan ontslaan, neem dan direct vrijblijvend contact op met onze arbeidsrechtspecialisten Dries Beljon of Sanita Meijer op het telefoonnummer 085 – 303 64 29.
Lees hier de gehele uitspraak