Op 28 mei schreef collega Aida Yazdanpanah al (o.a.) over de verlengde NOW-regeling. Op die dag heeft het kabinet bekend gemaakt dat het noodpakket om banen te behouden tot 1 oktober 2020 wordt verlengd. In deze blog bespreken wij de verschillen en overeenkomsten van de NOW-1 en de NOW-2 regelingen. Met name de kernpunten van de NOW-2 regeling staan centraal in deze blog.
Doel van de NOW
Net als bij de NOW-1 is het doel van de NOW-2 om werkgevers tegemoet te komen in de betaling van de loonkosten. Dit alleen indien er sprake is van een acute terugval in de omzet met ten minste 20% gedurende een periode van vier maanden.
Hier zitten natuurlijk wel een aantal voorwaarden aan verbonden, zo moet bijvoorbeeld het omzetverlies komen door buitengewone omstandigheden die in redelijkheid niet tot het normale ondernemersrisico kunnen worden gerekend, mogen er geen bonussen worden uitgekeerd en er mogen geen eigen aandelen worden aangekocht. Dit alles zodat werkgevers zoveel mogelijk werknemers in dienst kunnen houden voor de uren die zij werkten voordat er sprake was van deze terugval.
Aanvraag NOW-2
Een aanvraag kan worden ingediend vanaf 6 juli 2020 tot en met 31 augustus 2020. Per loonheffingennummer kan er één aanvraag worden ingediend. De subsidie ziet op de loonkosten over de periode van 1 juni 2020 tot en met 30 september 2020.
Omzetdaling
De omzetdaling wordt bepaald door het verschil tussen de referentie-omzet en de omzet in de omzetperiode te delen door de referentie-omzet. De uitkomst van deze berekening wordt uitgedrukt in hele procenten en wordt naar boven afgerond. De referentie-omzet is de omzet van 2019 delen door drie.
Als de werkgever de bedrijfsuitoefening na 1 januari 2019 is aangevangen, dan is de referentie-omzet de omzet over de periode vanaf de eerste volledige kalendermaand tot en met 29 februari 2020, gedeeld door het aantal maanden waarvan de omzet in aanmerking wordt genomen, vermenigvuldigd met vier.
Om in aanmerking te komen voor de subsidie moet er sprake zijn van ten minste 20% omzetverlies. De omzetperiode waarmee de referentie-omzet vergeleken wordt is een door de werkgever te kiezen periode van vier maanden die start op 1 juni, 1 juli of 1 augustus 2020. Voor werkgevers die gebruik hebben gemaakt van de NOW-1 geldt dat de periode moet aansluiten op de omzetperiode die voor de NOW-1 is gekozen.
Groep of concern
Indien jij als werkgever onderdeel bent van een groep als bedoeld in artikel 2:24b Burgerlijk Wetboek wordt er uitgegaan van de omzetdaling van de groep zoals deze op 1 juni 2020 bestond. Indien de rechtspersoon een dochtermaatschappij is van een ander als bedoeld in artikel 2:24a Burgerlijk Wetboek, worden de dochtermaatschappij en de rechtspersoon voor de werking van deze regeling behandeld als waren zij een groep.
Voor de bepaling van de omzetdaling worden – zoals het er nu naar uit zietde Nederlandse rechtspersonen en vennootschappen in aanmerking genomen, alsmede buitenlandse rechtspersonen en vennootschappen met loon in Nederland.
Loonsom
De loonsom van maart 2020 is als basis voor de subsidiehoogte gekozen omdat dit ten opzichte van de subsidieperiode de meest recente maand is waarover volledige loongegevens beschikbaar zijn bij het UWV. Indien de loonsom van maart 2020 niet is ingevuld wordt uitgegaan van de loonsom van november 2019.
Bij de definitieve vaststelling van de subsidie wordt de loonsom vergeleken met de viermaandsperiode 1 juni 2020 tot en met 30 september 2020 waarover subsidie wordt ontvangen. Bij verlies aan werkgelegenheid, blijkend uit het verlies aan loonsom, wordt de subsidie lager vastgesteld[1]. Als de loonsom is gedaald, krijgt de werkgever voor elke euro minder loonkosten, 90 cent minder subsidie; er vindt dus geen correctie plaats voor het omzetverlies.
Forfaitaire opslag
Om bedrijven tegemoet te komen in hun vaste lasten, wordt de forfaitaire opslag met 10% verhoogd in de NOW-2. De factor in de berekening van de hoogte van de subsidie (en het voorschot) is hiermee verhoogd van 1,3 naar 1,4.
Dividend, bonus en inkoop eigen aandelen
Volgens de toelichting van de NOW-2 regeling mag er van bedrijven die een beroep doen op overheidssteun worden verwacht, dat zij alles in werk stellen om hun financiële positie te versterken en om de werkgelegenheid in hun bedrijf veilig te stellen. Dit leidt – zo stelt het kabinet – tot een doelmatige besteding van overheidsmiddelen. Er wordt aangegeven dat het niet zo mag zijn dat de financiële verlichting die de NOW-2 biedt direct of indirect benut wordt om dividend of bonussen uit te keren of eigen aandelen in te kopen, waarmee kapitaal aan de onderneming (of groep) onttrokken wordt[2].
De voorwaarde ziet op het uitkeren van dividend en bonussen over 2020, waarover in de regel in de jaarvergadering van 2021 wordt beslist. Ook bedrijven die al NOW-1 subsidie verstrekt hebben gekregen en die nu een aanvraag indienen voor de NOW-2 subsidie hebben gedaan, dienen zich aan deze verplichting te houden. Nationale of internationale onderneming maakt in dit geval geen verschil.
Deze verplichting moet wel proportioneel en controleerbaar zijn zo is opgenomen in de NOW-2-regeling en daarom geldt deze verplichting alleen indien werkgever, of het concern gezamenlijk een subsidievoorschot van € 100.000,- of meer ontvangt of de subsidie op € 125.000,- of meer wordt vastgesteld.
Vaststelling subsidie
Vanaf 15 november kan vervolgens om vaststelling van de subsidie worden verzocht, voor zowel NOW-1 als NOW-2. In beginsel doet de werkgever dit binnen 24 weken ná afloop van de periode dat de omzetdaling heeft plaatsgevonden. De benodigde formulieren hiervoor worden straks op uwv.nl beschikbaar gesteld.
Accountantsverklaring niet altijd nodig
Een accountantsverklaring is vereist als de werkgever ten minste € 125.000,- subsidie heeft ontvangen, of een voorschot van € 100.000,-. In dat geval heeft de werkgever 38 weken de tijd. Bedrijven onder deze grens hebben een verklaring van een derde deskundige nodig.
Geen verklaring is nodig indien het voorschot minder bedraagt dan € 20.000, tenzij de subsidie bij vaststelling wordt bepaald op tenminste € 25.000.
Tot slot; de ontslagboete
Het kabinet heeft besloten om de hoogte van de correctie op het subsidiebedrag als gevolg van bedrijfseconomisch ontslag aan te passen. Bij de afrekening zal de subsidie in de gevallen dat de werkgever bij het UWV een ontslagaanvraag[3] heeft ingediend (in verband met bedrijfseconomische redenen) niet langer voor 150%, maar voor 100% worden gecorrigeerd met de hoogte van de loonsom(men) van de werknemer(s) voor wie ontslag is aangevraagd.
In beginsel zorgt een lagere loonsom voor een lagere subsidie. Bij ontslag vanwege bedrijfseconomische redenen is dit meestal niet het geval omdat de doorlooptijden van een ontslagprocedure bij het UWV en de in acht te nemen opzegtermijn vaak de drie maanden vaak overschrijden.
In dit kader is er besloten om de subsidie te korten met de loonsom van de werknemer voor wie ontslag is aangevraagd, voor een periode van drie maanden.
Ontslag is en blijft in de ogen van het kabinet ultimum remedium, en gaat dus alleen op voor zover de andere maatregelen (waaronder inspanningen om werknemers te herplaatsen) niet het gewenste effect hebben gehad.
Goed overleg tussen werkgevers en vakbewegingen is belangrijk. Om het belang van dit overleg te onderschrijven wordt het volgende bepaald.
Het totale subsidiebedrag wordt met 5% verminderd als de werkgever in de periode van 30 mei 2020 (let op: met terugwerkende kracht) tot en met 30 september 2020 één of meerdere meldingen als bedoeld in de WMCO[4] doet én gedurende het subsidietijdvak voor 20 of meer werknemers in een werkgebied van de WMCO ontslag om bedrijfseconomische redenen aanvraagt.
Voor toepassing van de verlaging is niet vereist dat de ontslagaanvragen voortvloeien uit de WMCO-melding; de voorwaarden worden los van elkaar beoordeeld.
Wil je overleggen?
Heb je nog vragen over de NOW-2 regeling of heb je andere vragen die (indirect) te maken hebben met de Corona crisis, neem dan gerust contact op met onze LEAN Corona Desk en onze arbeidsrecht-/herstructureringsspecialisten.
Wij zijn te bereiken op het nummer 085 – 303 64 29 of stuur een mail naar arbeidsrecht@LEANlawyers.nl.
We horen graag van je!
[1] Bij ongewijzigde parameters. Indien de gerealiseerde omzetdaling hoger is dan de opgegeven verwachte omzetdaling, kan er ook bij een dalende loonsom alsnog sprake zijn van een hogere vastgestelde subsidie.
[2] Kamerstukken II, 2019/20, 25 295, nr. 283
[3] Het gaat hierbij om ontslagaanvragen om bedrijfseconomische redenen die in de periode van 1 juni 2020 tot en met 30 september 2020, de periode waarop de loonkostensubsidie ziet en waarbinnen werkgelegenheid zo veel mogelijk behouden moet blijven, bij het UWV zijn ingediend en niet tijdig, binnen vijf werkdagen, zijn ingetrokken.
[4] Wet Melding Collectief Ontslag