Dat heeft het gerechtshof Amsterdam deze week bepaald in de procedure van de Stichting Euribar en de Stichting SDB (Stop de Banken) tegen ABN AMRO[1]. Daarmee heeft het hof het vonnis van de rechtbank Amsterdam bekrachtigd. Het gevolg hiervan is dat de betreffende leningnemers de verhoging van de opslag op het rentetarief door ABN AMRO terugbetaald moeten krijgen.
De feiten
Eiseressen in deze procedure waren voornoemde stichtingen die optraden namens enkele honderden particulieren die in de periode 2005-2009 bij ABN AMRO een hypothecaire lening ter financiering van een eigen woning hadden afgesloten. Het ging in casu om hypothecaire geldleningen met een rentevast periode van 1-maand, tegen een rente waarvan de hoogte was gekoppeld aan het 1-maands Euribor-tarief. Het Euribor-tarief is een variabel rentepercentage dat als gevolg van marktontwikkelingen kan wijzigen en dat wordt vastgesteld door de Europese Centrale Bank. Boven op dit variabele rentepercentage rekende ABN AMRO ook nog een opslag. Op haar website had ABN AMRO met betrekking tot deze opslag vermeld:
“De basisrente wordt verhoogd met een opslag. Deze opslagen zijn: 0,5% voor NHG-hypotheken, 0,7% voor standaard-hypotheken (tot 75% van de executiewaarde) en 1,0% voor top-hypotheken (tot 125% van de executiewaarde) en vormen samen met de gepubliceerde Euribor het tarief”
Het leek dus om een vaste opslag te gaan. In haar algemene voorwaarden had ABN AMRO echter opgenomen dat deze opslag gedurende de looptijd van de lening eenzijdig door haar zou mogen worden gewijzigd. Zij heeft de leningnemers bij het aangaan van de geldlening niet op dit beding gewezen. Evenmin heeft zij op dat moment informatie gegeven over de reden voor en de wijze van een eventuele aanpassing van de opslag. Voor de leningnemers was het derhalve niet duidelijk dat het rentetarief, naast het variabele Euribor-tarief, ook afhankelijk was van een variabel opslagpercentage.
In 2009 heeft ABN AMRO vervolgens een beroep gedaan op dit wijzigingsbeding en de leningnemers per brief geïnformeerd dat de opslag met 0,5% zou worden verhoogd. De reden die zij daarvoor gaf, was dat de ontwikkelingen op de financiële markt daartoe aanleiding gaven. In 2012 heeft ABN AMRO de leningnemers opnieuw bericht dat zij de opslag ging verhogen, ditmaal met 1% omdat de kosten voor ABN AMRO om geld te lenen al langere tijd hoger zouden zijn.
Omdat ABN AMRO de mogelijkheid om de opslag eenzijdig te wijzigen enkel in de ‘kleine lettertjes’ had opgenomen en dit verder niet duidelijk had gecommuniceerd, werden veel leningnemers dus onaangenaam verrast door deze mededelingen. Zij stelden zich daarom op het standpunt dat het wijzigingbeding onredelijk bezwarend was en dit vernietigd moest worden.
De procedure
Het gerechtshof heeft het oordeel van de rechtbank dat het wijzigingsbeding inderdaad onredelijk bezwarend was, bekrachtigd. ABN AMRO zal hetgeen leningnemers op basis van de opslagverhoging te veel betaald hebben daarom aan hen moeten terugbetalen. Aan dit oordeel legde het hof ten grondslag dat het wijzigingsbeding niet voldeed aan het vereiste van transparantie:
“De leningnemers zijn bij het aangaan van de Euribor-hypotheek niet geïnformeerd over de verschillende kostencomponenten waaruit het gehanteerde opslagpercentage is opgebouwd, waaronder de liquiditeitsopslag, in het opslagpercentage. Ook achteraf, in onderhavige procedure, heeft ABN AMRO geen inzicht in de kostenopbouw van het bij aanvang gehanteerde opslagpercentage. (…) In de Wijzigingsbedingen en ook in de overige inhoud van de leningdocumentatie is op geen enkele wijze duidelijk gemaakt onder welke omstandigheden en volgens welke mechanismen de opslag kan worden gewijzigd met als gevolg dat de leningnemer niet op voorhand in staat is gesteld om op basis van duidelijke en begrijpelijke criteria de economische gevolgen die voor hem uit het beding voortvloeien te voorzien.”[1]
Daarnaast oordeelde het hof dat het beding in strijd was met de goede trouw en het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoorde.
Opslagverhogingen bij ondernemingen
Deze uitspraak heeft uitsluitend betrekking op particulieren. Vergelijkbare situaties hebben zich echter ook voorgedaan bij ondernemingen die een Euriborlening met een opslag zijn aangegaan. Op deze ondernemingen is het consumentenrecht echter niet van toepassing. Niettemin geldt voor kleinere ondernemers die vrijwel gelijk kunnen worden gesteld met een consument, dat het consumentenrecht reflexwerking heeft. Onder bepaalde omstandigheden kunnen de regels van het consumentrecht dan ook van toepassing zijn op deze kleinere ondernemers.
Daarnaast kan artikel 6:248 lid 2 BW wellicht uitkomst bieden voor ondernemingen bij wie op dezelfde niet transparante wijze een wijzigingsbeding in de algemene voorwaarden opgenomen is en er een opslagverhoging heeft plaatsgevonden. Dit artikel bepaalt namelijk dat een tussen partijen als gevolg van de overeenkomst geldende regel niet van toepassing is, voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
Artikel 6:248 lid 2 BW moet wel terughoudend worden toegepast. In beginsel geldt immers het adagium ‘pacta sunt servanda’, oftewel: ‘afspraken moeten worden nagekomen’ of ‘contract is contract’. Als partijen namelijk al te gemakkelijk zouden kunnen stellen dat een regel, hoewel overeengekomen, toch niet van toepassing is, dan zou dit ten koste gaan van de rechtszekerheid. Slechts indien het toepassen van een regel in de gegeven omstandigheden onaanvaardbaar zou zijn, moet deze buiten toepassing blijven. Of een beroep op dit artikel kansrijk is in het geval van een onderneming aan wie de bank een opslagverhoging heeft opgelegd, is dus sterk afhankelijk van alle omstandigheden van het concrete geval. Deze uitspraak van het gerechtshof Amsterdam inzake particulieren leningnemers, biedt echter wel meer kansen voor (met name kleine) ondernemingen voor een beroep op het buiten toepassing laten van het wijzigingsbeding in de algemene voorwaarden van de bank.
LEAN LAWYERS is graag behulpzaam bij het beoordelen of de opslagverhogingen op jouw (hypothecaire) geldlening of die van jouw bedrijf wellicht ook niet hadden mogen plaatsvinden. Hiervoor kun je vrijblijvend contact opnemen met Anneloes Schouten of Else van der Meulen op nummer 085-3036429.
[1] Gerechtshof Amsterdam 19 december 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:5248
[2] Gerechtshof Amsterdam 19 december 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:5248, r.o. 3.8 en 3.9